Foto: giel.vara.nl We komen aan in Chuy, een klein plaatsje bij de grens Uruguay-Brazilië. Het heeft net zo veel charme als ieder doorsnee grensstadje hier in Zuid Amerika, maar deze bleek op de een of andere manier een ware trekplaats voor belastingvrije shoppers. Op iedere mogelijke vierkante meter was er een winkel gepropt, welke vervolgens was vol gepropt met spullen en elk raam beplakt met gillende reclame leuzen in het Spaans en Portugees.
“Sorry meneer, maar weet u misschien waar de bussen naar Brazilië vertrekken?”, vraag ik aan een jongen in een sportzaak. “Hier aan de overkant Señorita. Zie je die grote bogen daar, 20 meter verderop? Daar is het busstation.” Met een glimlach en een “Gracias” bedank ik hem voor zijn hulp en gebaar Grant dat we verder lopen. In de hal van het busstation staat een enorm loket aan de rechterkant. Compleet bedekt met een dik gaas. Al snel werd duidelijk dat dit gaas bedoeld was om de baliemedewerkster, een Judeska 2.0 die als een trotse pauw overduidelijk veel te goed was voor dit werk, de klanten met een lang gezicht te woord stond.
4 Comments
Langzaam doe ik mijn ogen open. Met een grote glimlach kijk ik naar de houten planken naast het bed. Ze vormen een ietwat geïmproviseerde muur tussen de woonkamer/keuken/slaapkamer en het badkamertje. Het is maar een piepklein houten hutje, hooguit 15 m2 in totaal, maar wat was ik gek op dit kleine huisje. In Punta del Este hadden ze me over deze plek verteld: Cabo Polonia. Een voormalig vissersdorp, ooit gebouwd door zeeleeuwenjagers.
“Hola Sanne, Grant! Como estas? How are you guys doing?” Met een flinke omhelzing val ik Pamela, mijn achternicht, in de armen. Voordat we richting het adembenemende Patagonië vertrokken hadden we ze al opgezocht in Buenos Aires. Twee generaties geleden had de broer van mijn grootvader na de oorlog zijn koffers gepakt. Net als vele anderen, lonkte voor hem het beloofde land. Nieuwe kansen, ontsnappen aan de werkloosheid, een nieuw avontuur na alle nare herinneringen van de oorlog. Een diep respect komt in me naar boven, wanneer ik aan deze mensen denk. “Zijn we nu nog wel echte reizigers?”, vraag ik mezelf af. Vroeger had je geen eindeloos dikke reisgidsen, reisforums. Kon je niet even snel `googlen` hoe het eruit zag, hoe je jezelf het beste kon voorbereiden, wat je nodig had. Vroeger kocht je een ticket, nam je geld mee en stopte wat kleren in je koffer. Nog een laatste omhelzing voor je de loopplank opstapt en daar ga je, voor goed. Je familie zal je waarschijnlijk nooit meer zien, al hoop je van wel natuurlijk. Je belooft ze te schrijven als je aankomt, maar het zal weken duren voordat ze je brieven ontvangen en dan weer weken voordat je iets terug hoort. Wat een genot zal het zijn geweest om af en toe even te bellen met het thuisfront. Nadat je al weken hebt doorgebracht in een vreemd land, met een vreemde taal en niemand die je kent. Weer even een vertrouwde stem horen, weer even Nederlands spreken.
|
AuteurNa een burn-out was het tijd voor verandering. Mijn baan was stop gezet, ik beperkte mijn bezittingen tot een aantal gevulde kartonnen dozen en kocht een enkeltje naar de Dominicaanse Republiek. Wat een reis van 4 maanden moest zijn, is nu al 2,5 jaar en `going`.....
Foto door: Vanessa Marques Barreto
Archives
November 2017
|