“Schatje, wakker worden…” hoor ik vanuit de verte. Langzaam zet ik mijn oogleden op een kier. Het is nog pikkedonker in de kamer. “Uhhgg... ben je gek geworden, hoe laat is het? 4 uur `s morgens ofzo?” zeg ik mopperend tegen Grant terwijl ik me protesterend omdraai en mijn dekens met me mee trek. “Nee joh gekkie, het is al 9 uur geweest. We moeten opschieten, anders missen we het ontbijt.” Ik schiet omhoog ik kijk rond in de slaapzaal. Iedereen is al op en de meeste rugzakken staan al keurig ingepakt, dicht geritst en al, te wachten naast hun bed. Snel kijk ik naar mijn eigen rugzak, deze ziet er zoals gebruikelijk uit als de naslag van een dozijn rotjes die erin is geexplodeerd. Ter bevestiging kijk ik naar mijn mobiel. Deze bevestigt de doodslag; het is inderdaad 9:10.
12 Comments
Het is 9 uur in de ochtend en El Bolson ontwaakt. We stappen met onze rugzakken het hostel uit, draaien ons een laatste keer om, zodat we iedereen nog een laatste keer kunnen uitzwaaien en stappen dan echt weg. Het is steenkoud. De dauw is bevroren en heeft een zilveren gloed achtergelaten op het gras in het park. Het is zo`n 2 kilometer lopen naar het begin van de snelweg. We stappen flink door om warm te worden. Hoe meer we hijgen, hoe meer rook er uit onze monden verschijnt. We lachen erom. “Ik heb de hele tijd het gevoel alsof het bijna kerst is. Het weer, de korte dagen, de houten gebouwen.” zeg ik lacherig tegen Grant. “Voor mij is het juist andersom, des te warmer, des te `kerstiger`.” We grinniken allebei. We passeren het tankstation. Ik draai me om en alsof ik nooit anders gedaan heb, loop ik achteruit, terwijl ik mijn duim omhoog en omlaag zwaai. Er stopt een oude volkswagen, welke overduidelijk èèn van zijn laatste ritten rijdt. Het raam van de bijrijderstoel wordt omlaag gedraaid en twee jonge knullen met dikke wollen mutsen op hun hoofd lachen met hun gele tanden naar ons. “Waar gaat de reis naar toe?” vraagt de bestuurder. `Sorry mevrouw, maar de eerstvolgende bus naar Lago Hermoso is pas over 6 uur.’ Vol verbazing trek ik mijn wenkbrauwen op. `..... 6 uur? En hoe kom ik dan bij het meer, vanuit...’ wijzend naar een grote poster achter de baliemedewerker...`de toeristische hoofdstad van Patagonië?’ De baliemedewerker draait zich om en bekijkt de poster. Met een serieus gezicht draait hij zijn blik terug naar mij. `Het spijt me mevrouw, maar het is laag seizoen. Wellicht kan een taxi u verder helpen, fijne dag nog.` En met een laatste glimlach die menig boer met kiespijn zal adoreren, zwaait hij het raam van het loket dicht. `Wat doen we nu?’ vraag ik aan Grant. |
AuteurNa een burn-out was het tijd voor verandering. Mijn baan was stop gezet, ik beperkte mijn bezittingen tot een aantal gevulde kartonnen dozen en kocht een enkeltje naar de Dominicaanse Republiek. Wat een reis van 4 maanden moest zijn, is nu al 2,5 jaar en `going`.....
Foto door: Vanessa Marques Barreto
Archives
November 2017
|