“Schatje, wakker worden…” hoor ik vanuit de verte. Langzaam zet ik mijn oogleden op een kier. Het is nog pikkedonker in de kamer. “Uhhgg... ben je gek geworden, hoe laat is het? 4 uur `s morgens ofzo?” zeg ik mopperend tegen Grant terwijl ik me protesterend omdraai en mijn dekens met me mee trek. “Nee joh gekkie, het is al 9 uur geweest. We moeten opschieten, anders missen we het ontbijt.” Ik schiet omhoog ik kijk rond in de slaapzaal. Iedereen is al op en de meeste rugzakken staan al keurig ingepakt, dicht geritst en al, te wachten naast hun bed. Snel kijk ik naar mijn eigen rugzak, deze ziet er zoals gebruikelijk uit als de naslag van een dozijn rotjes die erin is geexplodeerd. Ter bevestiging kijk ik naar mijn mobiel. Deze bevestigt de doodslag; het is inderdaad 9:10. “Ah, fuck, ok ik kom eraan.” Nog slaapdronken kleed ik me aan en waggel richting de keuken. “Ah kijk daar eens, ze is wakker, de schone slaapster.” Zegt mijn Duitse kamergenoot van stapelbed nummer 5. Veel meer vriendelijkheid dan een glimlach een een zwaai kan ik hem niet terug geven. Snel gooi ik wat toast met `Dulce de Leche` (een traditionele Argentijnse caramel) op mijn bord en stop een appel en manderijn ernaast om het goed te maken met de overload aan calorien.
“Waar zullen we gaan liften?”, vraagt Grant wanneer we ingepakt en al langs de kant van de weg lopen. “Laten we doorlopen tot de rotonde, vanuit daar gaat al het verkeer richting `Ruta 40` en kunnen we vanuit daar verder naar `El Chalten`.” Na enkele minuten wachten, stopt er een minibusje. Een lange blonde paardenstaart met Australisch accent stapt uit. “Hey you blokes, waar gaat de reis heen?”. Het blijkt om de Australische top fotograaf David Wayne Swift te gaan en meer dan bereid om ons een slinger te geven naar de snelweg richting `El Chalten`. We stoppen op de gewenste T-splitsing. “De weg hier naar links brengt je naar `El Chalten`. Nog zo`n 200 kilometer te gaan. Je hebt hier wel wat `luck` nodig gappies. Er is niet veel verkeer en er zijn veel kapers op de kust.” We bedanken hem voor de lift en gaan op onze rugzakken in de zon zitten. We kijken om ons heen, er is niks tussen ons en de horizon. We zitten letterlijk in de `middle of nowhere`. De andere kapers laten niet lang op zich wachten. Een busje stopt en een Frans/Chileens stel stapt uit, hetzelfde stel waarmee we 5 dagen eerder, een achterbak van een jeep hadden gedeeld. Voor 5,5 uur hadden in we met 100 kilometer per uur, in de open lucht, een steppe doorkruist dat bedekt was met sneeuw en zo`n -3 graden. Voor als je het nog niet had begrepen: het was koud! Om ons zo warm mogelijk te houden had ik tussen al het gehobbel en –bobbel mijn slaapzak uit mijn rugzak weten te trekken, open geritst en over onze benen heen gegooid. Daar zaten we dan, als 4 kleine kleutertjes, tegen elkaar opgekropen onder een dikke knalblauwe slaapzak. Het mocht de pret niet drukken, we zagen diverse Guanacos (familie van de lama) onderweg en zodra er een koppel condors een stuk met de jeep mee vloog kon het me, op zijn zachts gezegd, geen bal meer schelen dat mijn vingers eraf vroren. Het stel loopt op ons af en ze schieten in de lach. “Hey, alles goed?” vraagt het meisje. “Ja super, beetje rustig, qua verkeer, maar ach, het zonnetje schijnt. We mogen niet klagen. Willen jullie wat crackers met patè? We hebben ze van een vrachtwagenchauffeur gekregen.” Beleefd slaat het koppel het aanbod af en gaan (volgens de lifters regel) zo`n 100 meter verderop staan. De uren verstrijken en wanneer Grant ook nog eens flink achter komt te staan met ons potje Monopoly wordt de sfeer steeds grimmiger. Dan keert de tij, in de verte over de heuvel zien we een bestelbusje aankomen. Snel staan we op en beginnen allebei met onze duimen te zwaaien. Het is al 16 uur en het dichtste dat we tot nu toe bij een lift zijn gekomen, was een verdwaalde Guanaco dat ons wat verbaasd vanachter een plukje woestijngras stond aan te staren. De auto komt dichterbij en we zien de chauffeur overleggen met zijn vrouw. Ik gooi mijn missen glimlach in de strijd en straal alle mogelijke charme uit die ik in me heb. Het mag niet baten. De auto rijdt door en gaat dan, 100 meter verderop, vlakbij het andere stel, vol in de ankers. Het stel staat snel op en rent naar de auto. “Naar El Chalten?” hoor ik het meisje zeggen. Ze wenkt naar haar vriendje en snel stappen ze in de auto en rijden weg. Hun karton met “El Chalten” erop maakt nog een laatste charmante salto in de lucht en ploft dan neer op het eindeloze asfalt. Grant en ik zijn met stomheid geslagen. We staan midden op een eindeloze vlakte, 40 kilometer verwijderd van het dichtsbijzijnde dorp, de avond begint in te vallen, we hebben geen tent en donkere wolken beginnen zich boven onze hoofden samen pakken. “Dit is een grap. Dit kan toch niet waar zijn! Ze hebben een tent. Ze weten dat wij er geen hebben en ze zijn hier later dan wij. Wat een stelletje %$·&/·”)?+*+!!!” Grant grijpt kwaad een kiezel van de grond en gooit het recht tegen een met chloor gebleekte glimlach van èèn of andere gladjanes model op een billboard. Een harde gong echoot er door de vallei, wanneer de keizel het bord raakt en valt dan vlak naast de guanaco, welke van verbazing opkijkt terwijl hij op zijn paar schaarse sprietjes woestijngras kauwt. “Laat je niet zo opfokken! Kom op, het is een rotstreek, maar de auto stopte voor hun, niet voor ons. Het is zoals het is. Wij hebben ons van onze beste kant laten zien, dat is alles wat we kunnen doen.” Zeg ik terwijl ik neerplof op mijn rugzak. Grant trapt boos tegen een steen aan en de guanaco kauwt rustig verder. “Nee ik wordt niet rustig. Ik ben er klaar mee. We spenderen dagen met wachten op vervoer, het is koud. We worden genaaid waar we bij staan door mensen waar goed voor zijn geweest. Het voelt alsof de mensheid me in de steek heeft gelaten.” Ik schiet in de lach. “Kom op Grant, mensheid? Meen je dat nou? Hoeveel fantastische mensen hebben we wel niet ontmoet. Denk toch aan Camilo, de vrachtwagenchauffeur. Hij pikte ons op nadat we 7 uur hadden rond gevraagd voor een lift bij een tankstation. Hij gaf ons zijn bed om in te slapen, hij heeft ons avondeten gegeven en ontbijt, thee een zaklamp en zo veel meer. En nu laat jij je door 2 lapzwansen geloven dat iedereen tegen ons is?” “Kom op Sanne, er zijn tientallen auto`s langs gekomen, de meeste hadden zat plek om ons mee te nemen. Ze zien dat we in de `middle of nowhere` staan, het is verrekte koud, het gaat regenen en niemand die ons wil helpen. Een ander stel steelt onze enige mogelijkheid om hier uit te komen. Geef toe, dit is gewoon een grote pot kloterigheid.” We beginnen te bek vechten en uiteindelijk ben ik het zo zat dat ik mijn rugzak pak en weg loop. “Waar ga je heen?” schreeuwt Grant. “Ergens, maakt me niet uit waar heen. Weg hier. Ik ga op de kruizing staan en waar er ook een auto heen gaat, ik steek mijn duim omhoog!” Ik loop naar de kruizing en zie in de verte een vrachtwagen aankomen. “Ha, ik zal je eens laten zien hoe je een lift krijgt.” Denk ik bij mezelf. Zo elegant mogelijk steek ik mijn duim in de lucht. De vrachtwagen komt dichterbij.....en zoeft vervolgens met zo`n 80 km/h voorbij. Mijn haren dansen vanonder mijn muts door de bries. Met èèn oog kijk ik naar Grant, hij lacht vanaf zijn rugzak. We negeren elkaar nog enkele minuten en dan is het Grant degene die dan toch uiteindelijk zijn trots opzij zet en naar me toe loopt. “Wil je weer terug naast me komen zitten? Het zo saai alleen.” Vraagt hij. “Als je belooft wat minder te mopperen. Het is inderdaad niet de beste situatie waar we ooit in hebben gezeten, maar ik geloof echt dat als we de hele dag lopen mopperen, we niet alleen zelf er niet blijer van worden, maar dat we dit ook uitstralen naar andere mensen. Niemand wil iemand helpen die chagerijnig is.” Na wat gemompel geeft Grant toe en geven we elkaar een dikke knuffel. Er komt een jeep vanaf de andere kant, het gaat terug richting het dorp waar we vandaan kwamen. “Kom laten we deze nemen, met een beetje geluk zijn we dan nog op tijd voor de bus.” zegt Grant hoopvol. We steken onze duimen in de lucht en als een geschenk uit de hemel stopt de auto. Een flink gebouwde `Hells-Angel` stapt uit met een keurig getrimde hanenkam op zijn hoofd. “Uhhh... ananas?” fluistert Grant (ons codewoord voor potentiele achterbak-moordenaars). “Nee, dit zit wel goed.” Fluister ik, terwijl ik naar het 6 jaar oude meisje knik dat op de bijrijdersstoel zit. “Jullie zien eruit alsof je diep in de shit zit”, buldert de hells-angel uit. “Stap in makkers, ik breng jullie terug naar de bewoonde wereld.” We stappen zachtjes grinnikend in. We rijden rustig weg. We zwaaien onze Guanaco enthousiast na. “Wel de gordeltjes om he makkers.” zegt onze reddende (hells-)angel. Terwijl het landschap aan ons voorbij zoeft, denk ik terug aan wat er vandaag is gebeurd. Van alle auto`s die ons vandaag gepasseerd zijn, hadden de meeste een kruisje aan hun achteruitkijkspiegel hangen, een afbeelding van de heilige maagd Maria op de vooruit of zat ruimte in de laadbak of soms zelfs op de achterbank. Iedereen heeft ons laten staan en uiteindelijk zijn we opgepikt door iemand waarvoor de meesten een blokje om zouden lopen als ze hem in een donkere steeg tegen zouden komen. Ach ja, zoals we zeggen, hulp komt altijd vanuit onverwachte hoek.
12 Comments
Ilma
4/27/2016 10:34:27 pm
Hey Sanne en Grant
Reply
Sanne
4/30/2016 01:33:31 pm
Hoi Ilma,
Reply
judith
4/28/2016 02:40:04 am
tsja, die heilige maagd Maria weet ook wat! Gelukkig hoort Oma dit niet meer! Die had je heel wat moeten uitleggen haha. Mooi verhaal weer Sanne en heb er weer van genoten. Je gaat nog eens een boek uitgeven of had ik dat al gezegd. Dikke knuffel van ons en poten natuurlijk.
Reply
Sanne
4/30/2016 01:36:30 pm
Hahah, ik denk dat oma er nu ook wel om kan lachen. Leuk dat je van het verhaal hebt genoten. Hopelijk snel weer een nieuwe. En ja, een boek zal helemaal fantastisch zijn!
Reply
Desiree
4/28/2016 07:22:38 am
Het is iedere keer weer heerlijk om je reisverhalen te lezen! Wij genieten met je mee en we zijn voor ons gevoel er ook steeds een klein beetje bij. Heel veel reisplezier nog voor jullie en we hopen dat we nog lang mogen meegenieten met jullie/ jou verhalen.
Reply
Sanne
4/30/2016 01:37:32 pm
Dat hopen wij ook Desiree! Lieve groet vanuit Argentinie!
Reply
Joop en Lenie
4/28/2016 11:38:34 am
Hoi lieve Sanne en Grant
Reply
Sanne
4/30/2016 01:38:53 pm
Kan ik eindelijk wat terug geven voor alle lessen die ik van jullie heb geleerd ;).
Reply
Cees de Groot
4/30/2016 12:50:55 am
Ja Sanne je vond de Pekingexpress een leuk reisprogramma? Als lifters ben je bondgenoot en concurrent. Maar gewoon positief afsluiten. Sta je vrolijker op. :)
Reply
Sanne
4/30/2016 01:40:25 pm
Dat doen we altijd. Schouders ophalen en door ;). En inderdaad, was een heel leuk programma. Moet ik vaak aan denken als we aan het liften zijn.
Reply
fraukje de brabander
5/5/2016 01:27:40 pm
hoi sanne
Reply
Sanne
5/10/2016 07:47:29 am
Hoi lieve Fraukje.
Reply
Leave a Reply. |
AuteurNa een burn-out was het tijd voor verandering. Mijn baan was stop gezet, ik beperkte mijn bezittingen tot een aantal gevulde kartonnen dozen en kocht een enkeltje naar de Dominicaanse Republiek. Wat een reis van 4 maanden moest zijn, is nu al 2,5 jaar en `going`.....
Foto door: Vanessa Marques Barreto
Archives
November 2017
|