Met een bord vol ontbijt en twee koppen thee schuif ik aan de lange ontbijttafel. “Hier Rachel, voor jou.”, zeg ik tegen mijn Engelse kamergenoot van stapelbed nummer 21. “Is de pijn van Brexit al een beetje verzacht?”, vraag ik haar. “Ah, gaat wel, nog nieuws uit eigen land?”, vraagt ze vol automatisme terug. “Nou, mijn favoriete pretpark is aangeklaagd wegens racistische sprookjesfiguren en het ministerie is kwaad op de zorgsector. Deze kunnen na de bezuinigingen het hoofd niet meer boven water houden.”, zeg ik met een zucht. Grant kijkt met een geniepig lachje boven zijn zonnebril uit, de standaard aankondiging voor een flauwe grap: “Heeft iedereen in Nederland geen moeite het hoofd boven water te houden? Jullie wonen immers allemaal onder de zeeniveau toch?”. De hele tafel buldert het uit. Stiekem kon ik wel een beetje om de grap mee lachen. Het Braziliaanse meisje dat gisteren nog laat binnen was gekomen legt haar telefoon naast zich neer, ze buigt voorover, zodat ze me goed kan zien en vraagt: “Sorry, maar mag ik vragen wat voor bezuinigingen er dan zijn doorgevoerd?”. In alle eerlijkheid vertel ik haar dat ik de details er niet van weet, maar dat het er op zijn zachts gezegd op neer komt dat er in sommige tehuizen nog maar met 1/3 van het personeel gewerkt wordt en dat goedkopere krachten als stagiaires en vrijwilligers, evenals familieleden, de zorg steeds vaker overnemen. Hierdoor worden mensen niet meer verzorgd op de tijden die ze willen en zien sommige patiënten elke week een ander om ze te douchen.
Ze keek wat beduusd. “Hebben deze mensen wel eens een verzorgingstehuis hier van binnen gezien? Ik denk het niet. Of een ziekenhuis? Als er al een ziekenhuis is!” Ze is overduidelijk een beetje gepikeerd. “Was jij hier ook niet om een dokter te zien?”, vraagt de jongen van de receptie aan haar. Ze knikt zachtjes haar hoofd. “In het dorp waar ik vandaan kom is er geen endocrinoloog, een arts die is gespecialiseerd in hormonen. De dichtstbijzijnde is hier, in de hoofdstad, 2.5 uur vliegen (voor de beeldvorming dat is ongeveer dezelfde afstand als Amsterdam-Moskou). Voor mijn maandelijkse controle vlieg ik dus op en neer. Gelukkig heb ik een welgestelde familie en kunnen we het ons veroorloven, maar voor velen is de reis al niet te betalen, laat staan de specialist. In dat soort gevallen is het helaas pindakaas. Geen geld, geen zorg.” Het zette me even goed op de plaats. Door eigen ongemakken of die van Grant, had ik al een viertal overheidsziekenhuizen in Centraal- en Zuid Amerika van binnen bekeken (zie blog `pissig`). De ene nog erger dan de andere. Zo ook in Panama-Stad, waar ik een over zieke Grant naar de eerste hulp bracht. De zaal, ongeveer ter grote van een klaslokaal zat volgepropt met mensen. Elke vierkante meter werd benut. Normaal gesproken wordt er geen bezoek getolereerd, maar Grant had mazzel. Hij had het geluk dat hij geen Spaans sprak, zeker niet in de mentale staat waarin hij nu verkeerde. “Wie kan er voor deze meneer vertalen?”, had de zuster naar de andere patiënten in de zaal geroepen. Niemand stak zijn of haar hand op. Na enig sjoege werd er dan toch ingestemd dat ik mocht blijven. Om te vertellen en ‘je kont is gelukkig niet al te dik dus je propt `m maar ergens tussen`, aldus de zuster... Een overduidelijk dement omaatje werd naast ons gezet, haar dochter werd direct naar buiten gebonjourd. “Er is geen plek voor familie of vrienden op de eerste hulp mevrouw!”, riep de zuster, terwijl ze de dochter bij haar arm naar buiten trekt. De demente vrouw naast me raakte in paniek. De zuster is inmiddels bezig een infuus aan te leggen bij een patiënt en heeft overduidelijk haar handen in het haar. “Gringa!”, schreeuwt ze naar me. “Jij spreekt toch Spaans? Kalmeer die dame even een beetje. Ze werkt iedereen op de zenuwen!” Wat onhandig probeer ik de demente dame af te leiden door net te doen alsof dit normaalste situatie van de wereld is en vraag haar of ze getrouwd is. Het lijkt te helpen, de vrouw begint over haar man te babbelen en lijkt de situatie om haar heen even te vergeten. Een jonge zuster komt haar oudere collega aflossen. Het meisje is nog geen 25 jaar oud. Ze straalt een onwaarschijnlijke kalmte uit. De oudere zuster wijst snel naar alle mensen op de zaal en vertelt kort wat er moet gebeuren. Niets geen rapporten, niets geen briefjes en ook geen groepsvergaderingen. Hoe ze de berg instructies van alle, ik schat zo`n 50 mensen, moet onthouden, is een raadsel. In alle rust gaat ze alle mensen bij langs en geeft ze de nodige zorg. Ook komt ze bij ons langs. Grant ligt ondertussen te ijlen. Hij had al 14 uur lang alles eruit gekotst en gescheten en zag nu nog witter dan een ijsbeer. Het infuus had hem wel goed gedaan, maar zijn mond was kurk droog. “Ga anders maar wat cola voor hem halen, dan krijgt hij meteen wat suiker binnen.” Stelt ze voor. Grant stribbelt nog wat tegen wanneer ik weg ga, maar zakt daarna al snel weg in een soort roes. “Hoe doe je dit allemaal?”, vraag ik vol bewondering aan haar. “Ik doe het, omdat ik het moet doen.” En ze kijkt kalm naar boven en grijpt naar het kruisje om haar nek. Mijn hand leg ik op haar schouder “Je bent een kanjer.” zeg ik tegen haar en loop naar de drankautomaat. “Tja.....zouden de mensen in dit ziekenhuis op hun gewenste tijden gedoucht worden? Door een vaste zuster?”, vraag ik mezelf retorisch af....
6 Comments
Marja de Groot
7/17/2016 08:31:18 am
tja Sanne je slaat de spijker weer op zijn kop! Wat hebben we in hemelsnaam te klagen in dit mooie kikkerlandje!
Reply
Sanne
7/17/2016 02:50:28 pm
Inderdaad, heel erg goed! Laten we dat nooit vergeten.
Reply
Yvonne
7/27/2016 08:53:51 am
Relativeren is goed, maar dat wil (naar mijn mening) niet zeggen dat we altijd maar moeten kijken naar mensen en landen die het slechter hebben dan ons. Onze ouders en grootouders hebben hard gewerkt om onze verzorgingsstaat op te bouwen. Deze mensen worden nu door allerlei bezuinigingen best wel in de steek gelaten en in de kou gezet. En dat vind ik wel intriest. De pensioenen kelderen, de verzorgingstehuizen zijn niet meer wat het geweest is. Het is natuurlijk heel moeilijk om steeds een stapje terug te moeten doen. Zeker als dit stapjes zijn die niet nodig lijken te zijn omdat er genoeg geld in de pensioenpot zit (ook voor later) en er onnodig geld op vlakken in de gezondheidszorg wordt uitgegeven waardoor er hierop bezuinigd moet worden.
Reply
Sanne
7/28/2016 08:16:01 am
Hoi Yvonne,
Reply
fraukje
6/8/2017 10:29:48 am
hoi sanne wat een mooie verhalen schrijf je, je had eigenlijk schrijfster moeten worden
Reply
Sanne
6/9/2017 04:59:58 pm
Ah wat lief van je Fraukje. Dankjewel! Ben blij dat je de verhalen met plezier leest.
Reply
Leave a Reply. |
AuteurNa een burn-out was het tijd voor verandering. Mijn baan was stop gezet, ik beperkte mijn bezittingen tot een aantal gevulde kartonnen dozen en kocht een enkeltje naar de Dominicaanse Republiek. Wat een reis van 4 maanden moest zijn, is nu al 2,5 jaar en `going`.....
Foto door: Vanessa Marques Barreto
Archives
November 2017
|