Bepakt en bezakt stap ik uit de auto. Mijn grote rugzak heb ik achterop, mijn cameratas hangt op mijn buik en met mijn rechterhand probeer ik wanhopig een volgeladen trolley de stoep op te sleuren. Het heeft wat voeten in de aarde, naar Australië verhuizen. Maar ik heb nu in ieder geval wel een grotere garderobe bij me dan de 4 setjes versleten kleren die ik in Zuid Amerika in mijn rugtas had. Ik kijk naar voren. Hier moet het zijn. 76 Perrry St. `Een houten roze huisje` had Robin me bericht. Het was 1 dag voor mijn vertrek dat de situatie tussen mij en Grant onhoudbaar bleek te zijn en ik alsnog besloot mijn eigen stek te regelen in Melbourne. Robin, Maggi en een op vakantie gaande huisgenoot bleken het reddende A team te zijn.
Nog een laatste keer controleer ik het huisnummer en klop daarna op de deur. Ik hoor voetstappen in de gang. Robin doet met een grote grijns open. “Hallo! Hoe gaat het met je? Goede reis gehad?” vraagt hij en we geven elkaar de traditionele Nederlandse 3 zoenen. “Ja goed! Zo goed om je weer te zien!” roep ik vol enthousiasme uit. “Shhtt zachtjes” fluistert Robin. “Jim slaapt en Maggi ligt ook al bijna op een oor”, vervolgt hij met een knipoog. “Ow oeps, sorry!” fluister ik zachtjes. “Kom ik laat je, je kamer zien.” Zegt Robin en hij gebaart me achter hem aan te lopen. De kamer is klein, maar fijn. Aan de muur hangen foto`s van Sarah, de originele bewoonster en haar vriendinnen. Er staat een bureau in de hoek, direct ernaast een bed en aan het voeteneind staat een ladekastje met erboven een roede en wat klerenhangers. “Het is klein, maar fijn.”, zegt Robin. “Het is prima Robin, bedankt! Zo ontzettend bedankt! Zonder jullie was ik waarschijnlijk ergens in een hostel beland.” “Ah geen zorgen. Make yourself comfortable en ik spreek je morgen. Ik moet nu echt gaan slapen. Morgen is het weer another day at the office, helaas.” “Ja natuurlijk geen probleem, ga snel slapen. Ik red me hier wel.” Robin loopt het kamertje uit en ik trek de deur achter me dicht. Ik schuif mijn tassen even in de hoek. Die pak ik morgen wel uit. Het bed is al opgemaakt. Ik ga op mijn bed zitten. Uit het voorvak trek ik een ingelijste foto van mij en mijn beste vriendin Jorien tevoorschijn. Ze had het me als afscheidscadeau gegeven. Ik zet het op mijn nachtkastje. Het kaartje van mijn vader en moeder hang ik aan de spiegel, evenals het afgeschuurde stukje karton die ik van Isabel heb gekregen “Voor jou lekker ding” staat erop. Spontaan herinner ik me de scheurkalender die ze me heeft gegeven. Eentje van Loesje. Deze zet ik op mijn ladekastje. Ik ga weer terug op mijn bed zitten en kijk rond in mijn kamertje. Ik grinnik. Inmiddels ben ik al zo vaak verhuist, dat een paar foto`s en kaartjes later dit kamertje in 3 minuten al als mijn plekje aanvoelt. Snel trek ik mijn toilettas tevoorschijn. Even opfrissen en dan lekker onder de wol. Aan de muur hangt een grote landkaart van Australië. “Dit avontuur is misschien niet wat ik ervan had verwacht, maar het wordt vast een goede. Genoeg nieuwe plekken te ontdekken Sanne.”, zeg ik tegen mezelf. “Morgen beginnen we met Melbourne.” Ik kijk nog een laatste keer naar de foto`s en kaartjes en knip dan mijn lichtje uit.
0 Comments
Leave a Reply. |
AuteurNa een burn-out was het tijd voor verandering. Mijn baan was stop gezet, ik beperkte mijn bezittingen tot een aantal gevulde kartonnen dozen en kocht een enkeltje naar de Dominicaanse Republiek. Wat een reis van 4 maanden moest zijn, is nu al 2,5 jaar en `going`.....
Foto door: Vanessa Marques Barreto
Archives
November 2017
|