“Pablo! Pablo, hoe gaat het?” roep ik terwijl ik met mijn rugzakken zijn kantoor binnen loop. Ik vlieg hem in de armen. Zoals altijd heeft Pablo een grote, goedelijke glimlach op zijn gezicht. Grant loopt achter me aan en geeft Pablo een hand en een flinke klap op zijn schouder. Pablo staat als een klein kalend mannetje tussen ons in. “Hoe is jullie reis naar Ushuaia geweest?” vraagt hij, terwijl hij naar boven staart om ons aan te kijken. “Het was prachtig Pablo! Ongelooflijk, de natuur daar is grandioos!” zeg ik enthousiast. “Ga zitten jongens, ga zitten. Ik maak wat mate voor jullie. Dan kunnen we even rustig bijpraten over jullie avonturen.” We hadden Pablo een kleine week daarvoor ontmoet in Rio Grande, een stad 3 uur ten noorden van Ushuaia. We waren die ochtend al om 7 uur `s morgens met het ochtendgloren uit Rio Gallegos vertrokken. Het liften was ons zeer makkelijk vergaan. Een politieagent, een gezin uit Buenos Aires en een vader en dochter uit Rio Grande later, kwamen we om 16:00 uur aan in Rio Grande. We keken op de kaart. “Het is nog zo`n 3 uur verder naar Ushuaia. Wat zullen we doen? Wil je nog verder liften?” vraagt Grant. “Laten we het nog 1,5 uur proberen. Als we dan niks hebben gevonden, pakken we een bus of blijven hier slapen.” zeg ik vol goede moed. We pakken ons karton met `Ushuaia` erop en zwaaien het hoog in de lucht. Op de meest creatieve manieren zwaaien we onze duimen in de lucht, presenteren ons karton alsof de potentiele vervoerders een belspel hebben gewonnen of proberen de passerende auto`s te charmeren met een dansje. Het mag helaas niet baten. Veel verder dan een glimlach en hier en daar een raampje dat omlaag gaat met een luide `Sorry!` eruit, komen we niet. “Hoe laat is het?” vraagt Grant. “Half 18, kom we gaan op zoek naar wat eten en een bus.” We steken de weg over en terwijl we langs de weg richting het busstation lopen, paseren we een vriendelijke man die met zijn hoofd nog niet tot onze schouders komt. “Goedemiddag, hoe gaat het?”, begroeten we elkaar, zoals je iedereen hier begroet. We passeren elkaar en een kleine 3 seconden later hoor ik iemand roepen. “Sorry, sorry, wacht! Waar gaan jullie naar toe?” Ietswat verschrikt draai ik me om en zie dat het om dezelfde man gaat. Gehaast loopt hij terug naar ons en vraagt vriendelijk waar we vandaan komen en waar we heen gaan. Ik vertel hem dat we onsuccesvol hadden geprobeerd te liften naar Ushuaia en dat we nu onderweg waren naar de bus. “Het spijt me, ik kan jullie niet naar Ushuaia brengen, maar ik kan jullie wel een slinger geven naar het busstation.” zegt de man vriendelijk. We lopen met hem mee naar zijn auto (welke behoorlijk veel weg had van een dikke Hummer) en stappen in. “Dit is veruit de meest indrukwekkende auto waarin we ooit een lift hebben gehad!” roep ik, wanneer ik op de bijrijdersstoel ga zitten. De man lacht. We raken aan de praat over zijn bedrijf, zijn familie en zijn reizen. Hij stelt zich voor als Pablo en blijkt een welbereist man te zijn met een grote passie voor bergbeklimmen. Eenmaal aangekomen bij de bus loopt hij met ons mee naar binnen. Voordat we ook maar iets kunnen zeggen, legt hij zijn creditkaart op de toonbank. “Twee kaartjes naar Ushuaia alstublieft.” Zegt hij tegen de baliemedewerker. “Nee alstublieft!” roep ik verschrikt. “Dat kunnen we niet accepteren!” Pablo pakt in volledige kalmte mijn handen vast en kijkt me aan met een vriendelijke glimlach. “Alsjeblieft, laat me dit doen. Mijn dochter heeft zo`n fantastische tijd gehad tijdens haar studie in Nederland en haar werk in Australie. De mensen daar zijn zo ontzettend goed voor haar geweest. Dit is het minste wat ik terug kan doen.” en vriendelijk knijpt hij in mijn handen. “Maar we kennen uw dochter niet...” zeg ik vol verbazing. “Maakt niet uit, ik ken jullie nu.” antwoordt Pablo met een grote glimlach, terwijl hij me over de bol aait. De tranen springen in mijn ogen. Volledig overompeld door deze ongekende vriendelijkheid, weet ik even niks uit te brengen. “Het is goed mijn kind. Het doet mij zo`n groot plezier mensen als jullie te ontmoeten.” zegt Pablo.
Nu, een week later zitten we bij hem op kantoor en drinken we mate. “Ik hoop dat jullie geen hostel hebben geboekt, want ik sta erop dat jullie in mijn huis slapen. We kopen wat wijn, eten samen. Dan kunnen we rustig even bijkletsen.” Grant en ik kijken elkaar, wetende dat we hier toch niks tegenin kunnen brengen, gaan we vol enthousiasme op zijn aanbod in. Met een kleine kater wordt ik de volgende ochtend wakker. Beelden van de vorige avond spelen door mijn hoofd. Pablo had een vriend uitgenodigd. Tot in de late uurtjes hebben we om de tafel gezeten. Pablo had heerlijke Hollandse kaas gekocht en een verrukkelijke wijn. Grant komt naar het bed gelopen met een briefje van Pablo. `Lieve Sanne en Grant. Ik ben naar kantoor. Als jullie klaar zijn, bel me. Dan breng ik jullie naar de grens en kunnen jullie vanaf daar verder liften.` Wederom ben ik compleet sprakeloos. Wat is er toch veel goedheid in de wereld.
4 Comments
Wim en Anneke
5/10/2016 08:16:07 am
Wat een aandoenlijk verhaal zeg. Jullie hebben een goed mens ontmoet. Kan me voorstellen dat jullie in verlegenheid zijn gebracht door deze ontmoeting.
Reply
Sanne
5/16/2016 08:06:39 am
Ja was prachtig. En nu ook bij hem op bezoek geweest in Buenos Aires. Prachtig!
Reply
Cees de Groot
5/10/2016 09:52:04 am
Het leven is goed, en wie veel reist heeft veel te vertellen.
Reply
Sanne
5/16/2016 08:05:03 am
Inderdaad papa, en dan blijven er nog genoeg verhalen over voor als ik naar ga. Past lang niet allemaal op papier .D
Reply
Leave a Reply. |
AuteurNa een burn-out was het tijd voor verandering. Mijn baan was stop gezet, ik beperkte mijn bezittingen tot een aantal gevulde kartonnen dozen en kocht een enkeltje naar de Dominicaanse Republiek. Wat een reis van 4 maanden moest zijn, is nu al 2,5 jaar en `going`.....
Foto door: Vanessa Marques Barreto
Archives
November 2017
|