0 Comments
Het is 5 uur `s morgens en Panamastad ontwaakt. Mijn ouders heb ik twee weken eerder uitgezwaaid. Het is nog donker als we met de jeeps voor de deur van `Luna`s castle` parkeren, het meest populaire hostel in Panamastad. De groep staat keurig op tijd te wachten. Met een grote grijns loop ik op ze af: ‘Hey, goedemorgen, hebben we er allemaal zin in?’. Een halfwakkere `ja` komt hier en daar vanuit de groep. Ik tel de mensen en verdeel ze over de jeeps. Mijn oog valt op een leuke, spontane knul. Ik geef hem een charmante lach: `Heb je al een jeep?’. `Nee, nog niet.` `Super`, denk ik bij mezelf, `jij gaat mooi bij mij in de jeep.` Wanneer alle zieltjes met hun overbeladen rugzakken in en op de jeeps gepropt zijn, stuur ik snel een whatsapp aan Renèe, de coordinator, dat we compleet zijn en klaar voor vertrek. De jeep zit (heel toevallig) vol met jongens. ‘Zo Sanza (een bijnaam die ik heb overgehouden aan mijn verblijf in hostel `Lost and Found`, zie gelijkgenaamde blog ), zeg eens eerlijk, als reisleidster zal je, je vast niet vervelen wat betreft de jongens?’. Ik grijns terug naar ze, en geef ze een knipoog, `Maken jullie je daar maar geen zorgen om.` `Enne...wat betreft het Colombiaanse temprament? Kan je daar een beetje mee omgaan?’ Ik schiet in de lach. `Nou toevallig is er net een vacature vrijgekomen. Mijn vriendje uit Capurgana is naar Medellin vertrokken. Ow, wat me herrinert jongens, Ben gaat bijna stoppen, dus als jullie de trip leuk vinden, ik zoek een nieuwe assistent.` Het is een weer een geweldige trip. Super leuke groep, alles heel rustig, heerlijk weer, rustige zee, goede vibes en een team van Guna kapiteinen die uitstekend werk levert. De derde dag van de trip voel ik me plots niet lekker. Ik heb het steenkoud, wat vreemd is met 35 graden. Ik wacht even af, maar na de dagelijkse boottocht, voel ik me nog 10 keer beroerder. Halfwakker help ik Ben met het bereiden van de lunch, en als iedereen tevreden op zijn sandwiches zit te knagen, duik ik mijn hangmat in. Señora Rosalinda, de eigenaresse van het eiland, een oude Guna vrouw, komt met de eeuwige charme van haar kledingdracht en kleurrijke sieraden de hut ingelopen. ‘Ik heb wat warme dekens voor je Sanne, om je warm te houden`. Ik bedank haar, gooi 2 iboprofens in mijn mik en val in een diepe slaap. De tijd vliegt als een malle voorbij, er zijn mooie momenten, trieste momenten, spannende momenten, maar ik geniet. Ik geniet als ik mijn kapiteinen een cola geef met lunch. Ik geniet als ik volleybal speel met de gasten en de Guna's meedoen, ik geniet als hordes kinderen op ons af komen rennen als we in Caledonia zijn, 1 van de Gunadorpen. Maar ik geniet vooral op de boot, als de motoren het onmogelijk maken om te praten en ik in alle rust van het uitzicht kan genieten, terwijl we langs het kilometerslange regenwoud op het vaste land varen en de eilanden aan de andere kant, langzaam voorbij passseren. Dan ben ik heel blij en dankbaar dat ik mijn leven, maanden terug, 360 graden heb omgegooid. De wekker gaat om 5 uur 's morgens. De eerste trip staat op het punt van beginnen. Ik heb er zin in. De laatste dagen hebben me goed gedaan. Ik ben bijgeslapen en heb zoveel mogelijk tijd alleen door gebracht. Ik sta zowaardat te popelen om weer met nieuwe mensen om te gaan. Ben (de assistent) en Jonah liggen nog op 1 oor. Ik ben inmiddels ingetrokken in het appartement van de 'crew', gestationeerd tegenover de haven van Capurgana en boven het Italiaanse restaurant van Marco, 1 van de andere gidsen en goede vriend van de eigenaar Fabio. Er zijn drie slaapkamers en zodra je terug komt in Capurgana van een trip pik je een slaapkamer die vrij is en maak je het je eigen voor de komende 5 dagen. Het duurde niet lang om erachter te komen dat je slaapkamer je enigste vorm van privacy is (wanneer je de deur voldoende barricadeerd). De rest van het appartement wordt dankbaar gebruikt door het personeel van het restaurant, plus aanhang, als tv ruimte en besloten plek om de nodige grammen uit te wisselen en, ver uit het zicht van de politie, te nuttigen. Het zonlicht begint langzaam door het raam van onze donkere, kleine slaapkamer te schemeren. Ik doe mijn ogen langzaam open en kijk recht omhoog naar de piepende en roestende ventilator, welke boven mijn bed heen en weer swiept. Ik geeuw mijn slaap eruit en terwijl ik flink in mijn ogen wrijf ben ik dankbaar dat de ventilator niet naar beneden gedonderd is, en ik niet ontwaak met een hersenschudding. Ik ga rechtop zitten, de jongens zijn nog in diepe slaap, niet bewust van de kater die ze te wachten staat. Ik voel me doodop, de afgelopen dagen waren prachtig, getourd langs prachtige, onbewoonde bountyeilanden, de San Blas, en geindigd in het prachtige Capurgana, Colombia. Ik was echter zo moe en druk in mijn hoofd, dat ik er nauwelijks van kon genieten. Aan het begin van de trip had Jonah, de gids, me benaderd of ik eventueel interesse had om zijn positie over te nemen. Hij zou met 3 trips stoppen. We sproken af dat ik eerst de trip zou afmaken en aan het eind zou beslissen of ik het zou doen of niet. En nu had ik dus gisteren ja gezegd, ja om tot en met 1 oktober groepen 4 dagen mee te nemen langs de eilanden en ze vervolgens af te droppen in Panamastad. Om 5 dagen later, een nieuwe groep mee te nemen over de eilanden en af te droppen in Capurgana, Colombia. 'Wat een droombaan, zo'n kans krijg je nooit meer', hadden ze in de groep gezegd. Daar hadden ze zeker gelijk in, maar zo'n baan kan ik toch niet.... veel te zwaar, nog langer weg van huis, en mijn steenkolen-Spaans.... daar kom ik toch niet ver genoeg mee. Ik had goede verhalen gehoord over het hostel 'Lost and Found'. Een hostel midden in de rimboe, met diverse wandelroutes door het regenwoud en een geweldige sfeer. Na 2 weken keihard studeren, wilde ik nog maar 1 ding: rust! Dus dit leek me de ideale plek. Aangekomen in David koop ik een busticket richting Bocas del Toro en vertel de dame aan het loket dat ik er bij `Lost and Found` uit wil stappen. Dat is geen probleem, en de prijs op de ticket wordt doorgekrast en na wat onderhandelen mag ik voor 3,50 dollar mee. Mijn rugzak wordt ingeladen en ik kruip tussen de mensen door naar een plekje achterin de bus. De airconditioning voelt zeer aangenaam aan, na een uur in een overhitte bus. Ik sla mijn sjaal om als een deken en val al snel in een diepe slaap. Het duurt ruim 12 uur voor ik mijn hostel in David, Panama bereik. De grensovergang leek eeuwen te duren, maar als ik dan eindelijk de nodige stempels in mijn paspoort heb en de honden geen drugs in mijn bagage hebben gevonden, mag ik toch eindelijk de bus instappen en Panama binnen rijden. In mijn hostel wordt ik hartelijk verwelkomd door een meid uit London. Ik krijg een bed in de slaapzaal, dump mijn rugzak op bed en pak mijn laatste restje oatmeal, wat ik al 2 weken met me mee draag. Ik versterf van de honger en maak een flinke pan. Terwijl ik aan het fornuis sta, wordt ik ineens omhelst door twee mensen: 'Sanne!! So awesome to see you again!' Ik draai me verschrikt om en kijk recht in de ogen van Jennis en Jack een Amerikaans stel dat ook bij Flutterby verbleef (zie blogs `On the road again` en `Oordelen en veroordelen`. Ik geef ze allebei een dikke knuffel terug en met medelijden kijken ze naar mijn pan oatmeal. 'Is dat je avondeten?', vragen ze. Na een 4 uur lange busreis kom ik weer terug in San Jose. Het is al laat en donker, dus lopen naar het hotel lijkt niet zo' n goed plan. Ik neem een taxi en de taxichauffeur lacht als ik vertel dat ik naar hotel `Grano Oro` moet. Blijkbaar ben ik de eerste persoon die hij ooit van de bus heeft opgepikt die naar dit hotel gaat. Ik grinnik als we aankomen en de werknemer verbaasd naar mijn backpack staart als hij de kofferbak van de taxi opent. Toch wat anders dan de gebruikelijke rolkoffers. Achter de balie staat hetzelfde personeel als wanneer ik richting Uvita vertrok. 'Goedenavond mvr. de Groot, hoe was hoe verblijf bij Flutterby?'. Ik vertel ze wat verhalen en dat ik het zo leuk vind om in een plek te slapen wat compleet het tegenovergestelde is. Daar konden ze zich wat bij voorstellen. Ik krijg een sleutel en een picolo om mijn bagage te dragen en me naar mijn kamer te brengen. Ik schiet spontaan in de lach als we de kamer in lopen. De picolo vraagt of er iets mis is. 'INTEGENDEEL' zeg ik 'het kan niet beter'. Ik plof op 1 van de kingsize bedden, opgemaakt met zijden linnen. En als ik uitgegiegeld ben, spring ik onder de douche, een schone, warme douche! Met wastafel om mijn kleren en spullen neer te leggen en als ik onder de douche vandaan stap, zijn mijn kleren niet nat gespetterd doordat de douche te klein is. Ik trek schone kleren aan en niet veel later staan Jean Sebastien voor de deur. We kletsen bij over mijn dagen bij Flutterby en zijn vlucht vanuit Parijs. 'Zullen we roomservice bestellen?' vraagt hij 'De compagny betaald', zegt hij met een knipoog. Daar zeg ik na 4 dagen kruidenloze rijst met groente, geen nee tegen. We eten op het balkon en praten over Costa Rica. Dit gaan een leuke 12 dagen worden! We rijden naar Arenal, een vulkaan, die sinds 2010 niet meer actief is. Het gebied moet geweldig geschikt zijn voor wandelen, paardrijden en de bekende hotsprings zorgen voor de nodige ontspanning na een lange dag in de natuur. We overleven de eerste nacht in een ietswat teleurstellend hotel, door de avond bij 1 van de vele hotsprings door te brengen. We heizen ons in onze bikini's, uh en zwembroek uiteraard ;). We parkeren onze konten in 1 van de baden. De spa bestaat uit verschillende baden, welke warmer worden, als je verder naar boven gaat. De watervallen zorgen voor de nodige voet-, nek- en beenmassages. Als onze handen en voeten dan toch echt een onacceptabel stadium van rimpels hebben bereikt, besluiten we dat het toch echt tijd is om terug te gaan. Compleet ontspannen vallen we al snel als een blok in slaap. Gelukkig stonden er nog 2 nachten bij een ander hotel op de planning. Het ligt aan de voet van de vulkaan, midden in het bos en bleek (als je het walt disney gehalte en de vele andere touristen weg denkt) een waar paradijs op aarde. Aangezien we als 'journalisten' goede reclame kunnen maken voor het hotel. Krijgen we de beste kamer. Ons balkon kijkt uit over de vulkaan, het bos en het prachtige meer, waarin alle avonden de zon voor een spectaculaire zonsondergang zorgde. Vanuit het hotel vertrekken er diverse routes door het park en de dagen brengen we vooral door met wandelen (o.a. een non-actieve vulkaan, waarvan de top met elke stap nog verder weg bleek te zijn, dan de stap ervoor). We zien prachtige vogels, apen, 's nachts is het bos gevuld met vuurvliegjes. Kortom een waar paradijs. Helaas, aan al het goede komt een eind, en zo ook aan ons verblijf bij Arenal Observatory lodge. We kiezen een route uit om het meer, zodat we onderweg kunnen stoppen voor een picknick en foto's en ons zo langzaam, maar zeker, richting Puntarenas te begeven en een tussenstop kunnen maken in Monteverde of Santa Lucia, 1 van de grootste en meeste bekenste parken van Costa Rica. We hadden geen 4x4, dus besloten we op de grote wegen te blijven. Alles verliep volgens plan, tot.....we op de 'snelweg' richting Monteverde kwamen. Dit bleek niet meer dan een slingerend grindpad te zijn dat ons door de bergen leidde. Het autootje tufte dapper door, en elke vrachtwagenchauffeur die we tegenkwamen, bevestigde, dat dit toch echt de 'main road' naar Monterverde/Santa Lucia was. We zijn allebei geen rekenwonder, maar het duurde niet lang om te realiseren dat, als je ipv 80 km/h, maar 30 km/h kan rijden. Je behoorlijk wat later op de plek van bestemming aan komt. Dan maar genieten van de weg en het landschap, wat op vele plekken een avontuur op zich was en het nationale park helaas overslaan. Sebastien deed zijn vliegbrevet zeker eer aan, door ons, als een ware piloot, veilig langs de ravijnen en gaten in de weg te sturen. Zodat we toch nog voor zonsondergang aankomen bij ons nieuwe hotel. Het bleek een mooi resort, wat me nog het meest deed denken aan de gele grasvlakten in Zuid Afrika. Het was 15 min rijden naar het dichstbijzijnde 'dorp', de weiden om het resort waren gevuld met kuddes koeien en paarden, en groepen en rijen bomen, zorgden voor een mooie afwisseling van het landschap. De kleine cabines hadden allemaal een veranda met hangmat, en als je richting de steiger loopt, kan je genieten van een geweldig uitzicht over de zee en aan de overkant het schiereiland van Costa Rica. Sebastien is een fanatiek ruiter, en dit resort moest 1 van de beste plekken zijn om buitenritten te maken. De volgende ochtend staan we al vroeg op, om de hitte van de dag voor te zijn. We ontbijten snel en trekken onze oncomfortabel, warme, lange (rij)broeken aan. De gids Lucardo staat al op ons te wachten met drie gezadelde paarden. We zetten onze voet in de stijgbeugel en zwiepen ons andere been naar de andere kant van het paard. Lucardo vertelt over het resort, over de ranch die nog steeds draaiende is en uiteraard over alle reptielen, vogels en zoogdieren die we onderweg tegen komen. We komen op een open vlakte en Lucardo stelt voor om de paarden in galop te zetten. Dat hoeft hij geen twee keer te vragen, en zodra Sebastien zijn telescopische fotocamera goed op zijn rug heeft bevestigd, sporen we de paarden aan. Die bleken wel zin te hebben in een galopje, en met 1 hand hou ik de teugels vast en met de andere mijn pet, welke door de grote snelheid, geneigd was om continu van mijn hoofd te vliegen. We rijden nog naar de top van een heuvel en genieten van het uitzicht over de zee en het schiereiland. Lucardo verteld over de zee, het vissen, de eilanden in het midden en de mensen die er leven. We galoperen nog een aantal keer, komen een uilenkoppel tegen met uilskuiken en keren na 3 uur te hebben gereden terug naar het hotel. We zetten de paarden in de schaduw, waar ze hun welverdiende water kunnen drinken. Deze plek was zeker de moeite waard om te bezoeken. Na een urenlange rit van de westkust naar de oostkust, komen we aan bij de haven van Tortuguero. Een ruim 31.000 hectare groot mangrove- en regenwoud, welke grenst aan de noordoost kust van Costa Rica. De boot naar ons hotel bleek al vertrokken, maar de parkeerwachter had nog wel een boot waarmee hij ons kon brengen. De boot werd gevuld met andere locals, onze tassen werden ingeladen en de hond moest uiteraard ook mee. De parkeerwachter stuurde de boot behendig door alle bochten van de rivier en omgeslagen boomstammen. Op de rivierbeddingen liggen krokodillen en leguanen zich op te warmen in de zon. Vogels vliegen heen en weer en de rivier wordt aan beide kanten begrenst en bedekt met regenwoud. Onze lodge blijkt de laatste van alle lodges die er in- en rond torteguero zijn. Het is er rustig, ruim en de kamers zijn prachtig! Er zijn diverse mogelijkheiden om met een boot of kano het park in te gaan, of een ommetje te maken in het prive reservaat achter het hotel. Wel rubber laarzen aantrekken om je voeten droog te houden van de modder en te beschermen tegen de slangen. We maken een klein rondje door het reservaat en lopen al snel tegen een familie apen aan. Het is geweldig om te zien hoe de mannen de groep bewaken, de moeders hun baby's rond dragen en het jonge grut van tak tot tak springt en de grenzen van de volwassenen in de groep opzoeken. We zien de dagen erop nog vele dieren, luiaarden, vogels, apen, etc. Het gebied is prachtig en doet me nog het meest denken aan het Amazone gebied (wat ik ervan op tv heb gezien dan.....heb nog niet de eer gehad het in levende lijve te bezoeken). De laatste ochtend moeten we al vroeg vertrekken, er staat ons een lange reis te wachten naar Puerto Viejo, in het zuidoosten van Costa Rica. We spenderen onze laatste dagen vooral aan het strand (bijkomen van het drukke programma), genieten van de heerlijk Caribische keuken en bezoeken een dierenopvang, waarvan we allebei niet helemaal zeker zijn of het nu een goede zaak is, of niet..... De tijd vliegt om, voor we het weten is het alweer tijd om terug te gaan naar San Jose. Waar Sebastien de dag erna terugvliegt naar Parijs en ik de bus pak naar Panama. Ons laatste hotel blijkt een combinatie te zijn van hotel, spa en health center. Ze bieden aan de spa voor ons te openen. Daar zeggen we natuurlijk geen nee tegen, en voor het eerst in mijn leven stap ik in een hamman. Wat er precies ontspannend is, aan een 40 graden stoomoven, weet ik nu nog steeds niet, maar het was een ervaring, vooral de koude douche erna en mijn huid was super zacht! We leveren ons trouwe autootje in bij de autoverhuur en krijgen een taxi naar de luchthaven. Sebastien en ik nemen afscheid van elkaar en bedanken elkaar voor de leuke twee weken. Ik beloof hem op te komen zoeken in Parijs, als ik eindelijk mijn reistax heb bereikt. Nog een laatste zwaai en dan pak ik mijn backpack en vertrek richting de bushalte. We gaan weer back to basic. Met een ietswat teleurgesteld gezicht kijk ik naar mijn bord. Ondanks alle gratis specerijen die er in de keuken staan is het me niet gelukt om mijn budgetmaaltijd om te toveren in een culinair hoogstandje. Het is alweer ruim een dag sinds ik iedereen van de Coffeeranch heb uitgezwaaid en met de bus naar Uvita, een rustig surfersoord aan de Pacifische kust, ben afgereisd. Het hostel ligt aan het strand en bestaat voornamelijk uit met hout in elkaar getimmerde hutten. Ze doen me nog het meest doen denken aan de dagen in het kinderspeelparadijs waar mijn broer vroeger, gewapend met spijkers en hamers, samen met zijn vrienden, hun eigen droomvilla's in elkaar timmerde. Ik zucht, pak mijn bord en besluit maar het beste van de maaltijd te maken. Ik schuif aan de lange eettafel en ga naast een groep Amerikaanse tieners zitten. Ze praten druk over alle chicka's die ze op het strand en in het hostel hebben gezien en over hun surfmoves, waarmee ze toch overduidelijk indruk op de dames hadden gemaakt. Ik lach, blij als ik ben dat ik, met mijn 25 jaar, al lang en breed buiten hun categorie val en daarmee niet met creatieve afwijzingen hoef te komen. Tegenover me zit een jongen van mijn leeftijd. Hij rolt uitgebreid met z'n ogen, geeft de tieners een afkeurende blik en kijkt vervolgens naar mij, terwijl hij met zijn rechterhand doet alsof hij zichzelf door het hoofd schiet. Ik grinnik. 'Ik haat Amerikanen', zegt hij, 'en ik ben er zelf 1. Dus ik kan het zeggen'. Ik gluur naar de jongens naast me, maar die zijn zo vol van al het vrouwelijk schoon, dat ze niks horen. Ik hef mijn glas water, en terwijl mijn water tegen zijn bier aantikt, stellen we ons aan elkaar voor. 'Hoe smaakt je eten?', vraagt hij. 'Het is eten.' antwoord ik met een knipoog. Hij lacht: 'Ik mag jou wel'. Dennis blijkt, net als ik, ruim 3 maanden onderweg te zijn. Na ruim een jaar 70 uur per week in de psygiatrie te hebben gewerkt, was de batterij leeg. Hij nam ontslag en kocht een enkele reis naar Colombia. 'Het enigste wat ik sindsdien heb gedaan is van het hostel naar het strand, naar het hostel, naar de bus, naar de volgende plek. Ik geef niks om wat voor park, wat voor vulkaan, wat voor godvergeten berg...niks! Het enigste wat ik doe is m'n kont op strand parkeren en me rond laten dobberen in de zee.' En hij sluit zijn verhaal af met uitgestrekte benen en armen, alsof hij zich ter plekke in de oceaan waant. Ik pis zowat in m'n broek van het lachen. Er loopt een jongen achter me langs en Dennis volgt hem uitgebreid met z'n ogen. Dat geeft mij groen licht om verder te vragen, naar de conclusie die ik vanaf moment 1 al had getrokken; 'Is het moeilijk om alleen te reizen als je op het andere team wedt?'. Dennis kijkt me vol bewondering aan. 'Je bent een slimme meid.' Hij zucht nog diep: 'Ja het is moeilijk, de meiden zijn vaak op zoek naar iemand die meer wil dan alleen een goed gesprek en de mannen, nouja... die zijn bang dat je juist meer wil dan alleen een goed gesprek. Daarnaast wil ook gewoon een backpacker zijn, en niet 'die homo''. Ik begrijp hem, maar confronteer hem ook met het feit dat hij zelf ook mensen in een hokje plaatst. Dat we dat allemaal doen. Het schept orde in ons hoofd en zolang we er geen oordeel aan vast plakken, ik niet inzie wat er mis mee is. 'Maar mensen veroordelen me, ik voel het', en de tranen beginnen over z'n wangen te stromen. 'Ik denk dat je alleen een spiegel ziet van je eigen oordeel', antwoord ik, en we kijken elkaar strak aan. 'Ben je de nieuwe Oprah ofzo?' Vraagt hij, en we schieten allebei in de lach. 'Maar je hebt een goed punt'. Anna, mijn Duitse kamergenoot springt plots op m'n rug en zet twee biertjes voor onze neus. 'Kom tortelduifjes, we gaan naar het strand. Tijd voor een kampvuur'. Dennis en ik geven elkaar een dikke knipoog en volgen de met bier, brandhout en gitaren bewapende meute naar het strand. Iedereen die ik die avond spreek, heeft issues, onzekerheden. Dat maakt niet uit. Zeker nu niet. Het vuur brand hoog, het bier is koud, de sterren stralen en we zingen liedjes. En Dennis.... die zit gezellig te kletsen.... met de Amerikaanse tieners. Deze bleken toch zo slecht nog niet. Dag Ymmie Zoals jullie waarschijnlijk wel uit mijn verslagen kunnen opmaken, bevalt het reizen me zo goed, dat ik voorlopig niet naar huis wil. Dit vraagt echter wel om keuzes te maken; wel, of niet naar de begrafenis van je oma; wel of niet naar huis gaan voor een bruiloft, etc. Maar 1 van mijn moeilijkste besluiten tot nu toe, moest ik nog maken; wel of niet Ymke, mijn paard, verkopen. Na lang wikken en wegen, besluit ik dat het voor alle partijen toch het beste is om haar te verkopen. Ik kruip achter de computer en zet een advertentie op marktplaats. Rustig doorloop ik alle stappen, tot het moment dat ik de advertentie volledig en al, voor mijn neus zie verschijnen. 'Mijn Ymke staat op marktplaats.... ', denk ik bij mezelf. En hoewel ik de advertentie zelf heb geplaatst, draait m'n maag om. Ik klap de laptop abrupt dicht en besluit op bed naar muziek te luisteren. Rodelle springt naast me op bed en vraagt met grote puppyogen en een laag, kwispelend staartje of hij naast me mag liggen. Ik stem toe en dolblij krult hij zich naast me op. Ik streel met mn vingers door zijn witte krullen en de tranen beginnen over mijn wangen te rollen. Rodelle kijkt op en zet zijn voorpoten tegen mijn borst om mijn tranen op te kunnen likken. We kijken elkaar liefkozend aan. 'Ik weet ook wel dat het de juiste beslissing is, maar het is nu even moeilijk' zeg ik tegen hem. Hij piept wat terug, likt me nog een laatste keer over de wang en gaat weer liggen. 'Ja slapen is inderdaad maar het beste', denk ik. Ik leg mijn Iphone aan de kant, doe het licht uit en val uiteindelijk toch in slaap. 's Nachts wordt ik wakker, ik kijk op de klok. Het is 2 uur, 9 uur 's morgens in Nederland dus. Zou er al een reactie zijn? Ik kijk op mijn telefoon. 25 reacties van marktplaats.... 'Het lijkt boer Tom van Boer-zoekt-vrouw wel', denk ik bij mezelf. En dat na een paar uur. Ik lees ze allemaal en enkele antwoord ik direct. Een kleine week, een aantal skypegesprekken en heel wat hersenkraaksels later, is Ymke verkocht. Aan een man uit de Beemster, 10 min fietsen bij mijn ouders vandaan en ik mag haar altijd bezoeken en rijden als ik terug in Nederland ben. De dag van het ophalen, Skype ik met Lienke, mijn voormalig schoonzus, bij wie Ymke gestald staat. Het laden is goed gegaan. Even later komt er een Whatsapp binnen. Het is de nieuwe eigenaar. Alles is goed gegaan. 3 foto's erbij, van een vrolijke Ymke, die heerlijk staat de grazen in de wei. Rodelle kijkt me aan. 'Ja je had gelijk, het is inderdaad goed gekomen' zeg ik met een glimlach en samen maken een we een ommetje over de plantage. Cuba reunited Het is dinsdagmiddag en ik ben super vrolijk. Vandaag komt Mariel me opzoeken, het half Duitse-, half Spaanse meisje, waar ik de laatste dagen op Cuba mee heb rondgereisd (zie blog 'Hasta la Victoria Siempre'). Ze verwacht rond 17 uur aan te komen met de bus in San Isidro, dus nog genoeg tijd om met Kalina wat inkopen te doen in het dorp. We rijden ons standaard rondje en plots zie ik daar een lange, roodharige meid staan, met een onmiskenbare blauwe jurk. Snel gooi ik de auto aan de kant, en laat Kalina stomverbaasd in de auto achter. 'Mariel!' schreeuw ik met twee handen in de lucht, 'wat doe jij hier nu zo vroeg?'. We springen elkaar in de armen. Ze bleek veel sneller te kunnen reizen met de bus dan verwacht en had na diverse telefoon en sms-pogingen, maar besloten rustig bij de kerk te wachten, tot ik zou komen. Snel leg ik de situatie aan Kalina en uit en stel de dames aan elkaar voor. We doen nog wat laatste inkopen en spenderen de rest van de dag aan het bijkletsen over al onze avonturen. Mariel heeft in de tussentijd van Guatamala over land, door midden Amerika naar Costa Rica gereisd, dus ook genoeg avonturen te delen. Mariel was al fanatiek vegetarisch, maar volgt sinds haar aankomst in Midden-Amerika een veganistisch dieet. Wat verassend goed was vol te houden. Ze biedt aan die avond te koken en daar zeggen we natuurlijk geen nee tegen... Ze schotelt ons een heerlijk maal voor, wat aan niks te kort komt. Het smaakt goed en de komende dagen mogen we nog van veel meer veganistisch eten genieten. De befaamde woensdagmiddag is weer aangebroken. Wat betekent, geen verplichtingen na 12:30. Mariel en ik pakken de auto en rijden de highway 32 af richting 1 van de ingangen van het nationaal park. Als we eenmaal de eerste berg over zijn, kijken we onze ogen uit. Bergen, groene bergen, zo ver onze ogen kunnen kijken. Het is niet te bevatten hoe wijds en groen het is, laat staan op een foto vast te leggen. Tracy Chapman zingt op de radio: 'You've got a fast car...' En alles is perfect. We komen aan in het park. Wederom groen, groen, groen. Plots horen we geritsel. Het wordt luider en luider en de bomen beginnen wild op en neer te bewegen als een Hollander die salsa probeert te dansen in Cuba. 'Is het een puma?', vraagt Mariel. 'Nee, het komt uit de boomtoppen. Het moeten apen zijn', fluister ik. We turen langzaam de boomtoppen af en dan verschijnen ze; een groep witgezichtcapucijn aapjes. We proberen ze op de foto te zetten en volgen ze langzaam. Dat wordt niet in dank afgenomen. De groep bewapend zich met de nodige vruchten en begint vervolgens met precisie-geschut de aanval. We besluiten ze maar met rust te laten en lopen langzaam terug naar de auto. Het was een super dag! Time to say goodbey Mariel is inmiddels terug naar Berlijn en we gaan weer over op de orde van de dag. De laatste dagen zijn aangebroken en ik besluit nog mijn laatste dagen te spenderen aan het oriënteren van mijn volgende stap; reizen door Costa Rica, Panama en Colombia. De eerste fase is aardig eenvoudig. Sebastien, een vriend, ontmoet op de Dominicaanse Republiek, komt over uit Parijs om een reportage te maken over Costa Rica. En ik, lucky bastard als ik ben, mag mee. We maken een deal, aangezien ik al enige tijd in Costa Rica ben, kies ik de plekken uit waar we heen gaan. Aangezien Sébastien wat kritischer is als het op slaapplaatsen aankomt, zal hij de hotels uitkiezen. De dagen tussen mijn laatste werkdag en de dag dat Sébastien aankomt besluit ik door te gaan brengen in Uvita. Een klein gehucht aan de Pacifische kust, omringd door verschillende nationale parken. Ik boek een bed in een slaapzaal bij hostel Flutterby dat aan het strand ligt en verheug me enorm op mijn vakantie. Voor ik er erg in heb is het al tijd om afscheid te nemen van de koffieranch. Phil is terug uit Amerika en heeft een goede tijd gehad. Hij biedt me een lift aan naar het busstation en voorafgaand te stoppen bij hotel 'Grano Orro', het hotel wat Sebastien voor maandag geboekt heeft, en waar ik wat spullen in bewaring kan geven, zodat ik niet alles op en neer hoef te zeulen naar Uvita. Ik breng snel Kalina nog een laatste keer naar school, geef haar een knuffel en wens haar het allerbeste. Terug op de ranch geef ik Eric, de tuinman nog een hand, Elena en Daniella een knuffel. Alle dieren nog een dikke kus en dan is het toch echt tijd om te gaan. Eenmaal in San José komen we, na diverse malen vragen, eindelijk aan bij hotel Grano Orro. We kijken naar het gigantisch luxe uitziende complex en vervolgens naar elkaar. Phil steekt z'n duim op: 'Niet slecht voor een backpacker!' En buldert het daarna uit van het lachen. Een piccolo komt naar buiten en hupt behendig van de trap af. Hij opent mijn deur en geeft me gracieus een hand, zodat ik zo sierlijk mogelijk met m'n oude kleren en stinkende teva-sandalen kan uitstappen. Hij neemt mijn oranje zak met kleren en andere meuk aan en loopt voor me uit naar de receptie. Ik kijk m'n ogen uit. Dat is wel even andere koek, dan mijn hostel in Uvita. Mijn tas wordt gelabeld en de staf wenst me een fijne reis naar Uvita. Ze vragen of ik met het vliegtuig ga. Ik vertel ze dat ik met de bus ga, en dat ik snel moet gaan, omdat ik anders de bus mis. Ik laat het personeel achter, dat intussen net zo onder de indruk is van het grote contrast als ik. En 30 minuten later stap ik op de bus naar Uvita. Ik ben de enigste niet-Tican in de bus, wat de nodige nieuwsgierigheid wekt. Als iedereen eenmaal is uitgevraagd, steek ik m'n hoofd uit het raam en ruik het frisgroene regenwoud waar we doorheen rijden. Wat een genot! Ik voel me in complete vrijheid. Flutterby house Ik wordt afgezet bij het busstation van Uvita. De geruchten van Uvita bleken waar. Behalve snelweg, een wegrestaurant en een tankstation, lijkt er niet veel in de buurt te zijn. Mijn backpack wordt uit de laadruimte gehaald en ik besluit bij het tankstation te vragen hoe ik het beste naar het hostel kan lopen. Dit bleek te ver te zijn, maar de vriend van de eigenaar was meer dan bereid me een lift te geven voor een klein prijsje. Hoe dichter we bij het hostel komen, hoe meer trucks we passeren, volgeladen met surfboards. Surfers op fietsen met hun board onder hun arm. Het leek wel een bedevaartstocht richting het strand. Het hostel deed me nog het meeste denken aan een kinderspeelparadijs voor volwassenen. Alles was in elkaar getimmerd met verschillende kleuren hout en alle kamers waren grote boomhutten, waar je met een ladder in moest klimmen en via een katrol je backpack omhoog kan heisen. De haarlengte van de jongens was gemiddeld langer dan dat van de meiden. En ik denk dat ik de enigste persoon was, zonder tatoeage. Het was duidelijk dat de hoogste inspanning die hier werd geleverd het surfen was, koken en eventueel... als je echt heel fanatiek was.... een wandeling naar de watervallen. Ik kies een bed uit in de boomhut, heis mijn spullen omhoog en ga richting de keuken om een maal te bereiden. Wil je weten wat er die avond gebeurde? Lees mijn blog `oordelen en vooroordelen`. Het duurde niet lang om me settelen in het hostel en met de andere reizigers. Ik ontmoet een stel dat al 2 jaar onderweg is op 2e handsfietsen. Gestart in Chili en onderweg naar het noorden van Canada. Er is een halfoverspannen muzikant, een voormalig leraar dat niet weet wat hij met zijn werk wilde doen en een break heeft genomen, een groep vriendinnen die een maand op vakantie zijn, een groep tieners die hun schoolvakantie bij Flutterby blijven om de hele dag te surfen.... en zo kan ik wel doorgaan. Ik maak urenlange wandelingen over het kokosstrand, zie howlermonkeys, neem een duik in de zee. Krijg een lift naar de watervallen van een Portugees stel en breng de dag door in de verkoelende bergen, wat een heerljke verademing geeft na het benauwde en dampende klimaat aan het strand. 's Avonds eten we met z'n allen, drinken een biertje en als stilte-tijd ingaat om 22:00 gaan we met ze allen naar het strand, maken een kampvuur en drinken water, bier of rum (beetje afhankelijk van ieders reisbudget). Het waren werkelijk 4 topdagen en voor ik het wist, waren ze al om. Tijd om de bus terug te pakken naar San Jose. Ik geef iedereen een knuffel en hoop de meeste nog een keer tegen te komen. Met een blij gezicht stap ik bij Jadan in de auto. Het is woensdagmiddag, wat betekent dat Kalina vroeg vrij is van school, en ik dan mooi de hele middag de tijd heb om op pad te gaan. Jadan is sinds maandag bij ons te gast en, net als ik, alleen op reis. Het bleek goed te klikken, dus een mooi excuus om samen op pad te gaan. Als ik in zijn kleine Daihatsu stap, kijk ik verschrikt naar zijn schakelpook. 'Heb je wel ervaring met het rijden in een schakelbak?', vraag ik, aangezien veruit de meeste Amerikanen in een automaat rijden. 'Geen zorgen, mijn eerste auto was een schakelbak', lacht Jadan en eindigt zijn zin met een dikke knipoog. 'En dat is hoe lang geleden?' vraag ik met grote ogen. 'Soms is het beter om niet alles te weten Sunny (aangezien niemand hier mijn naam fatsoenlijk uit de mond kan krijgen, ben tot Sunny omgedoopt)'. Met een losschietende koppeling en veel te veel gas, vertrekken we hokkend en schokkend richting Irazu Nationaal Park.
Ada en Alex De bel gaat. Ik loop naar buiten in de stromende regen. 'Sunny, we're back!' hoor ik een jongen schreeuwen. Ik kijk over het hek heen en zie Ada en Alex staan, een jong stel dat 6 dagen ervoor ook bij ons was. Ik gooi het hek open en spring ze in de armen. 'Ow wat ben ik blij om jullie weer te zien!', zeg ik. 'Ja, we trokken het niet meer. We moesten terug naar deze plek', zegt Alex met een knipoog. 'En, we hebben wat voor je meegenomen', zegt Ada. Ze tovert een grote pizzadoos uit de achterbak en een lading Imperial (het nationale bier). We gaan naar binnen, en onder het genot van pizza en bier, praten we over hun avonturen aan de kust en bekijken we de foto's. Ze wilen hun laatste dag wel graag wandelen en nodigen mij uit om mee te gaan. Ik stel voor om naar Nationaal park Braulio Carrilo te gaan. Op het moment is het een drukte van jewelste op de ranch. De B&B is volledig bezet, de koffieplantage moet op de schop en de eigenaar is voor een maand naar Amerika vertrokken. We verbouwen hier Arabico Arabica, een zeldzaam koffieras. De bonen zijn van zeer hoge kwaliteit, maar de plant vraagt wat meer aandacht, waardoor het niet geschikt is voor commercieel gebruik. Gelukkig is deze koffieplantage meer hobby, en heeft deze plant alle tijd om ten volle te bloeien en groeien. Het volgende avontuur Met een klap landt het vliegtuig op de grond. Van schrik zit ik rechtop in mijn stoel. Op het opstijgen na, heb ik niks van de vlucht meegekregen, compleet weggezakt in diepe slaap. Nog wat versuft, pak ik mijn spullen en volg de rest van de meute het vliegtuig uit. Eenmaal buiten zie ik nergens iemand staan die op Phil lijkt. Phil had me begin Januari benaderd via workaway.com, een website voor backpackers en ondernemers die op zoek zijn naar tijdelijk werk/een tijdelijke werknemer. Phil moet voor enkele weken naar Amerika en zocht iemand die tijdelijk op zijn B&B, tuin, dieren en 15 jarige dochter wilde passen. Dat wilde ik wel. Cubana airlines
Na afscheid te hebben genomen van mijn goddelijk bed en badkamer (met warme douche, incl waterdruk!), de charmante cocktailjurkjes terug gegeven te hebben aan Jorien, geef ik Arturo een dikke knuffel. Bedank hem voor alles. Geef Max de hond een kus. Sla mijn armen om Jolanda, bedank haar voor al het heerlijk eten en sla daarna een laatste blik naar het zwembad. Ik sla mijn backpack op de rug en heb mijn charmante muiltjes ingeruild voor mijn teva-sandalen. Het avontuur gaat nu echt beginnen. Op naar het vliegveld! Waar ik na 14 uur vertraging (Cubana airlines) eindelijk richting Havanna vlieg. Het is 3 uur in de nacht en na wat handjeklap met verschillende taxichauffeurs eindelijk een goede gevonden. Havanna slaapt, maar ik ben klaarwakker. Ik hou nu al van dit land, de oude gebouwen, de oude auto's langs de kant van weg. Na een half uurtje rijden komen we aan op het adres van de Casa Particular (in Cuba kunnen particulieren een kamer of deel van hun huis verhuren aan touristen ) waar Luz verblijft (een oud collega uit Emmen, die 2 weken overlap met mij bleek te hebben op Cuba). De badkamer was niet groter dan 2 m2, de douche was lauw en het bed had zulke harde veren dat ik de volgende ochtend het gevoel had, dat ik de cirkels in mijn kont had staan. Het avontuur was nu echt begonnen. Vergeet het eerste feest waarover ik jullie heb verteld. Dit bleek achteraf gezien inderdaad een bescheiden huisfeestje te zijn... Het duurt niet lang om te ontdekken dat hier op Casa de Campo, mensen hun hand niet omdraaien voor een flink feest en dan met het motto: 'more is more'. We waren uitgenodigd voor een etentje in de haven 'La Marina'. Hier wordt bij elk diner een tafelschikking gehanteerd, en ik zou deze avond de tafeldame zijn van 'M' (zijn echte naam is niet te onthouden, dus gebruik ik maar de eerste letter van het verfrissende snoepje dat hij produceert). Jorien had vanaf de 1e avond een succesvolle zakenman uit NYC om haar perfect-gemanicuurde-vinger gewonden en was strategisch tussen mij en Jorien M. geplaatst. Zo zou ze in ieder geval niet in de verleiding kunnen komen om met andere mannen te praten. Het eten was heerlijk, de mensen gezellig en als iemand iets inspirerends of grappigs zei, werd dit, geheel volgens traditie, bekroond met het heffen van het glas gevolgd door een 'salut' (proost). Na een lange reis komen Jorien en ik aan op het vliegveld van Santo Domingo. Al snel waren de taken verdeeld, Jorien zou haar charmes in de strijd gooien om ons zo snel mogelijk door de douane te loodsen en ik zou me over de bagage ontfermen. ‘Missie volbracht’, schreeuw ik vol opluchting als we in de armen van Jorien M. vliegen (een gemeenschappelijk vriendin die we tijdens een missverkiezing op de Dominicaanse republiek hebben leren kennen). We geven onze chauffeur een hand. De komende twee weken zullen we ons tussen de ‘rich and the famous’ begeven in haar huis op Casa de Campo. Mijn coach, Corine, zit tegenover me aan de keukentafel. “Ok Sanne, waar gaan we het vandaag over hebben?” Een aantal weken terug had ik contact met haar opgenomen. Het ging al een tijdje niet zo lekker, wat uiteindelijk uitmonde in een `Burn-out`. Dat was de druppel, dit moest anders. Samen met Corine en met hulp van mijn toenmalige paard, Ymke, gingen we aan de slag om mijn leven weer op de rit te krijgen. “Ik heb een enkele reis geboekt naar de Dominicaanse Republiek. Ik ga 4 maanden reizen door de Carribean, Centraal- en Zuid Amerika.” antwoord ik trots op haar vraag. Vol genoegen als ik ben met het gevoel dat ik eindelijk een stap in de goede richting heb gezet. Corine kijkt met opgetrokken wenkbrauwen terug, “Zo dat zijn geen halve maatregelen meis! Dus je neemt even lekker 4 maanden afstand, rust in je koppie, batterijtje opladen, en dan weer hup je oude riedeltje weer oppakken?”. Ik zak achteruit in mijn stoel, daar had ze een goed punt. Om mijn leven echt de goede kant op te sturen, moest ik drastischere maatregelen nemen..... Ik kijk naar de brigadier, terwijl hij mijn paspoort inspecteerd. Hij kijkt terug naar mij. Ik geef hem 1 van mijn charmanste modellen glimlachen terug. Jorien, mijn vriendin, is al door de douane en staat met haar perfecte modellen figuur en tot in de puntjes gestylde outfit op me te wachten. Ik kijk achterom, mijn ouders en goede vriendin Isabel staan achter het hek. Ze zwaaien en bombarderen me met nog wat laatste luchtzoenen. Het gaat nu echt gebeuren. Mijn baan is gestopt, mijn spullen zijn verkocht of weggegeven. Alleen mijn dierbaarste spullen heb ik in een aantal dozen bij mijn ouders op zolder gestald. Na 7 jaar ben ik weer vrijgezel en sta ik met mijn rugzak en een vliegticket naar de Dominicaanse Republiek op Schiphol. “Mevrouw de Groot.....mevrouw de Groot!” Verschrikt uit mijn gedachten kijk ik op, het is de brigadier. “Goede reis mevrouw de Groot.” Ik pak mijn paspoort, stap voorbij de douane en loop richting Jorien. Nog een laatste keer draai ik me en zwaai naar mijn ouders en Isabel. Het avontuur gaat nu echt beginnen! |
AuteurNa een burn-out was het tijd voor verandering. Mijn baan was stop gezet, ik beperkte mijn bezittingen tot een aantal gevulde kartonnen dozen en kocht een enkeltje naar de Dominicaanse Republiek. Wat een reis van 4 maanden moest zijn, is nu al 2,5 jaar en `going`.....
Foto door: Vanessa Marques Barreto
Archives
November 2017
|